c13
 
Bunkernummer
C13
Oud Bunkernummer
FMO10
Lokatie
Moortsele
Toegankelijkheid
Volledig vrij
Aantal kamers

2 achteraan verbonden kamers en een sas

Aantal schietgaten
1
Type geschut
1 x MI
Bijhorende vuurrichting
Oosten

Korte beschrijving van de bunker

  • Uitwendige kenmerken.
  • Volledig ommuurd met baksteen.
  • Al het houtwerk was standaard uitgevoerd in Noors rood dennenhout tenzij anders vermeld.
  • Het enige schietgat (linker kant) was afgesloten met 2 luiken in gegalvaniseerd plaatijzer, openend in 2 richtingen, elk 0.50m x 1.40m (BxH). Op dit plaatijzer waren houten raamprofielen gekleefd om het geheel nog explicieter het uitzicht van echte ramen te geven.
  • Het bunkertje was ruim voorzien van valse ramen.
  • Zo was er nog een vals raam op de voorzijde van de commandokamer die geen schietgat had. Daarnaast was er nog een vals raam op zowel de linker als de rechter zijkant. Deze valse ramen waren identiek uitgewerkt als deze voor de schietgaten met als enig verschil dat deze waren opgebouwd op een gefixeerde gegalvaniseerde plaat van 1.00m x 1.40m (BxH).
  • Op de zijkant van het toegangssas zat nog een kleiner vals raam. Dit vervangt allicht het in het bestek ooit voorziene kleine ronde raampje dat nergens terug te vinden is.
  • Het eigenlijke toegangssas tot de bunker zat verborgen achter een heden verdwenen bijkomend portaaltje.
  • Aan de toegang van dit portaal was een houten deur aangebracht van 1.00m x 2.00m (BxH).
  • De dakstructuur werd uitgewerkt in hout in de vorm van een zadeldak. Ook het sas had een bijkomend zadeldakje aansluitend op de hoofdstructuur. Dit dak werd dan bedekt met blauwe Boomse pannen.
  • In het toegangssas werd een sterfputje voorzien.
  • Bij de bunkers met mitrailleurkamer(s) was de toegang tot de eigenlijke gevechtsruimtes van de bunker gescheiden van het sas door middel van een gepantserde metalen deur van 0.86m x 1.82m (BxH) met zonneblinden, omlijsting en luikje voor toegangsverdediging.
  • De eigenlijke toegang bij de inkom was op zijn beurt afgesloten met een metalen traliehekje van 0.90m x 1.82m
  • In elke mitrailleurkamer was daarnaast standaard aanwezig:
    • 3.50 meter etagères met leggers in inlandse eik.
    • Een inlands eiken plankje van 0.32m x 0.12m x 0.06m met ijzeren steunen voor de plaatsing van een kogelpers. (nutteloos in de commandokamer maar meestal toch aanwezig)
    • 6 zware geschilderde hanghaken voor ophangen materialen in de kamers
    • Een verzinkte hanghaak aan het plafond voor ophangen olielamp (in vredestijd)
    • 1 chardome en chardomeplaat voor de standaard opstelling van een Maximmitrailleur. Deze laatste was niet aanwezig in de commandokamer (de kamer zonder schietgat)
  • Ventillatiegaten waren aan de buitenzijde aan de bovenzijde afgesloten met een koperen geperforeerde afdekplaat om ingooien van projectielen naar binnen onmogelijk te maken.
  • Het geheel had het uitzicht van een bakstenen bijgebouw bij de boerderij langs de Vijverstraat.
  • Structuur.
  • De bunker bestaat uit twee kamers die achteraan met elkaar verbonden zijn en een toegangssas. De bunker heeft maar één schietgat in de kamer waar het sas toekomt.
  • Opmerkingen.
  • Het is een commandobunker tussen Muntekouter en Betsberg tussen D16 (460 m) en C14 (1110 m). Hij is solitair opgesteld.
  • Dit was één van de vijf bunkertjes op de linie die naast de standaard voorziene opstelling van een Maximmitrailleur zowel was uitgerust voor de opstelling van een Hotchkiss- of Coltmitrailleur als een Browning FM30 mitrailleur.
  • Het terrein horende bij de bunker zelf, was 2 are 6 Centi-are groot. Het betrof een gedeelte van het perceel Moortsele, unieke sectie, perceel 631a, gekadastreerd als landbouwgrond.
  • Dit terrein was origineel eigendom van de weduwe Maria De Boose en kinderen, een landbouwersgezin woonachtig te Moortsele.
  • De akte werd verleden op 26 juli 1935 voor de totaalprijs van 2000 Bef. Dit omvatte een toegevoegde intrest om het perceel ogenblikkelijk in bezit te kunnen nemen.
  • Er is voor de rest geen sprake van bijkomende jaarlijkse intresten.
  • De permanente erfdienstbaarheid om het terrein van de bunker ten allen tijde te kunnen bereiken, verliep in rechte lijn op de perceel 633, langs de grens met het originele percelen 630b, 632a en 631a. Deze permanente erfdienstbaarheid verliep hierdoor in een strook in lijn van 2 meter breed en een totale lengte van 105 meter tussen de Vijverstraat en het perceel onteigend voor de bunker.
  • Voor de tijdelijke erfdienstbaarheid werd deze zelfde strook uitgebreid tot een zone van 5 meter breed. Deze tijdelijke erfdienstbaarheid was nodig om de bouw van de bunker mogelijk te maken. Deze tijdelijke erfdienstbaarheid was maar 8 maanden geldig vanaf het tekenen van de akte.
  • De gronden voor beide erfdienstbaarheden waren eigendom van Dokter André Verstraeten, woonachtig te Gent.
  • De akte voor de erfdienstbaarheden werd verleden op 7 juni 1935. De originele voorgestelde prijs was 590 Bef maar deze werd op de akte nog gewijzigd in een prijs van 678,50 Bef. Elke centiem telde dus voor deze dokter in de geneeskunde.
  • Erfdienstbaarheden, zowel de permanente om de bunker ten allen tijde te kunnen bereiken, als de tijdelijke die standaard werden in de aktes voorzien met een termijn van 8 maanden voor de bouw van de bunker mogelijk te maken, gingen net zoals het uitkeren van toegekende intresten pas in voege, van zodra de eigenlijke werken voor de bouw van de bunker werden aangevat, ongeacht de tijdsperiode die op die manier verstreek tussen aankoop van de gronden en de eigenlijke bouw van de bunker zelf.
  • Ondanks de hoge ligging van het terrein, had men in deze regio toch ook zwaar te kampen met wateroverlast en vooral water dat niet voldoende wegtrok maar in de buurt van de bunkers in de grond bleef zitten. Hierdoor ontstonden dus bunkers die aan de binnenkant te maken kregen met wateroverlast. Daarom werd er ook voor deze bunker nog bijkomend 2 aktes opgesteld om het leggen van een drainage mogelijk te maken.
  • Deze drainage werd gemaakt door middel van gresbuizen van 1 meter lang en een diameter van 10 cm. Deze afwatering gebeurde via tereinen noordoostelijk van het perceel van de bunker, namelijk de percelen 627C over een lengte van 58 meter en het perceel 627E over een lengte van 52 meter. Op deze wijze kon men overtollig water uit de buurt van de gebouwde bunker afleiden naar de gracht horende bij een lager gelegen wegel die uitkwam op de Rollebaan.
  • De grond van perceel 627E was op dat moment eigendom van de familie Van Der Mensbrugghe uit Sleidinge die op zijn beurt het perceel verpachte aan Mr Emile Janssens, woonachtig te Moortsele op de Rollebaan.
  • De akte voor het mogen uitvoeren van de werken alsook de erfdienstbaarheid voor het blijven bestaan van deze drainage op het terrein 627E, werd getekend op 21 augustus 1937 voor een totale prijs van 104 Bef. In de akte staat eveneens vermeld dat de staat het recht behoud ten allen tijde werken aan deze drainage uit te voeren mits zich te beperken tot de voorziene zone alsook het betalen van eventuele bijkomende schade aan gewassen die mogelijks op dat moment op deze strook aanwezig zouden zijn.
  • Een tweede stuk van de drainage verliep over perceel 627C hetwelke eigendom was van Baronnes Madeleine de Nielant de Pottelberghe, woonachtig te Gent. Ook dit perceel was op zijn beurt verpacht aan Mr Louis Latteur, landbouwer te Lemberge.
  • De voorwaarden in de tweede akte waren identiek. De tweede akte was een gezamenlijke akte voor gelijkaardige waterproblemen aan bunkertje B33. Deze tweede akte werd verleden op 29 juni 1937 voor de prijs van 230 Bef, voor zowel de 56 meter drainagewerken aan bunker C13 en nog eens 57 meter aan bunker B33.
  • De kans is zeer groot dat deze drainage heden nog altijd bestaat tussen de bunker en de eerder genoemde gracht.
  • Er is binnen geen enkele van de aktes sprake van jaarlijkse intresten op de onteigende terreinen en erfdienstbaarheden.
  • Het onteigende perceel voor de bunker dat werd afgesneden van het grotere percelen, kreeg na de onteigening origineel geen aparte index toegemeten.
  • Op actuele kadasterplannen wordt het perceel van de bunker wel opnieuw gescheiden getoond als perceel 631b. Het originele veld is 631a gebleven. Wel is het perceel 631b letterlijk beperkt tot de grenzen van de bunker wat dus zeker niet overeenstemt met de originele onteigening uit 1935.
  • Merkwaardig is dat ook deze bunker, ondanks dat hij zeker niet gelegen is op gebied waar effectief zou gevochten zijn, sporen heeft van projectielinslagen op de onderkanten van valse ramen. Of dit ook inslagen zijn uit mei 1940, is totaal niet duidelijk.
  • De bunker is volledig vrij, zowel het schietgat als de toegang.
  • Het enige schietgat kijkt in de richting van de kerk van Bottelare.
  • Het is een nog vrij fraai bunkertje met nog veel baksteenresten.
  • Bij dit bunkertje heeft men net zoals bij de bunker C10, het klassieke uitzicht van een bunker met 2 schietgaten wat proberen minder duidelijk te maken door het valse raam op de commandokamer veel meer naar de hoek van de bunker te plaatsen vergeleken met een bunker waar hier effectief zou een schietgat gezeten hebben.
  • Op basis van de hoeveelheden toegepast binnen de bouwproject A en B voor gelijkaardige bunkertjes, gecombineerd met de toegepaste basisprijzen zoals in het bestek van bouwproject F terug te vinden, werd een eerste benaderende prijs bepaald voor elk van de bunkertjes. Deze detailprijzen werden daarna herrekent via de regel van 3 op basis van de werkelijke projectprijs zoals terug te vinden in het bestek en de totaalprijs zoals zelf op basis van de gemaakte veronderstellingen, bekomen. Op die wijze moet dit bunkertje ongeveer 64.292,44 Bef gekost hebben.
  • Als men hier nog eens een aantal zaken gaat bijtellen die niet dienden ingecalculeerd te worden door de bouwfirma's maar rechtstreeks werden aangeschaft door de militaire overheid zoals bv chardomes, koepels, ventillatoren,... moet de totale kostprijs ongeveer op 64.542,44 Bef hebben gelegen.
  • Ter info: 1 BEF in 1934 komt ongeveer overeenkomt met een bedrag van 74 BEF (1.84€) in 2013, een "factor 74" dus.

Routebeschrijving om deze bunker te vinden

  • Volg komende van Asselkouter het wegeltje dat overgaat in Boterhoek. Waar dit wegeltje eindigt op een T staat deze bunker achteraan een boerderij.
  • Het bunkertje valt eigenlijk niet zo op daar het wegeltje nogal een holle weg is en men daardoor niet zo vlot over de randen van de weg kan kijken.
Bijhorende foto's

Voorstudie horende bij dit bunkertje. We kijken op het kruispuntje van Vijverstraat en Boterstraat.

Langs de Vijverstraat zie je de hoeve waarbij de bunker werd gebouwd. Hij kreeg dan ook het uitzicht van een bijgebouwtje bij deze boerderij.

Detail bij deze voorstudie.

Onteigeningsschets zoals terug te vinden in het kadaster voor de onteigeningen en erfdienstbaarheden horende bij dit bunkertje.

Het valt wel op dat men het te onteigenen domein wel wat heeft moeten aanpassen om het aan de bevolking verkocht te krijgen. De hoeken die anders nutteloos zouden zijn geweest voor de originele eigenaar, werden mee onteigend.

Terreinschets horende bij de bouwplannen.

Grondplan van deze 2 kamers commandobunker. Typisch voor een commandobunkertje, heeft hij slechts 1 schietgat.

Afwijkend met wat in praktijk kan worden teruggevonden, heeft de bunker volgens plan geen bijkomend vals raam op de voorzijde van de commandokamer.

c13

Doorsnede AB bij bovenstaand grondplan. De doorsnede toont enerzijds een deels dwarsdoorsnede van de mitrailleurkamer en anderzijds een doorsnede van het toegangssas.

Doorsnede CD bij hetzelfde grondplan toont ons een langsdoorsnede door de commandokamer van de bunker. Vandaar dat er geen sporen zijn van het schietgat.

Actueel kadasterplan anno 2013.

Het terrein is nog vrij identiek met vroeger. Wel is er tegen de straatkant naast de hoeve nog een recenter gebouw te bespeuren.

Het originele perceel 631a blijkt niet meer te bestaan. Ondanks dat origineel het perceel met de onteigening voor de bunker niet werd opgesplitst, blijkt dit heden wel te zijn gebeurd. Het perceel 631a is opgesplitst in 631b (een perceeltje dat exact de grenzen van de bunker volgt) en 631c (originele grenzen van 631a met mindering van de bunker).

Ook hier toch wel merkwaardig dat men totaal geen rekening meer houdt met het originele perceeltje van 2 are 6 ca dat de originele onteigening voor de bunker uitmaakte.

Vooraanzicht op dit nog in goede staat verkerende bunkertje anno 1995. Het tweede valse raam zit opvallend meer naar rechts. Het raam zit op die manier eigenlijk te veel naar de rechter zijkant waardoor het geheel veel minder de indruk krijgt een klassieke tweekamers mitrailleurbunker te zijn. (Foto: Collectie G. De Jonge - Simon Stevin Stichting)
Detail van de nog fraaie linker zij- en achterkant van de bunker uit dezelfde periode. Achteraan op het sas staat nog een klein vals raampje. Achter de bunker ligt nog een origineel grenspaaltje in het gras. ( Foto: G. De Jonge - Simon Stevin Stichting)
Vooraanzicht anno 2006. Het uitzicht is uiteindelijk al sinds jaren identiek gebleven.
c13
Vooraanzicht.
c13
De linker zijkant die nog altijd fraai oogt.
c13
Achterkant en linker zijkant. Het mijlpaaltje blijkt wel met de noorderzon verdwenen.
c13
Zijkant rechts met toegangssas.
c13
Binnenzicht in de enige mitrailleurkamer van de bunker. Jammer genoeg is het chardome verdwenen. Dit was één van de vijf bunkers op de linie die uitgerust was om alle in die tijd courante mitrailleurs te kunnen opstellen. Standaard was hij zoals alle bunkers voorzien voor een maximmitrailleur. Daarnaast kon er een Hotchkiss- of Coltmitrailleur opgesteld worden (extra betonnen muurtjes naast de schietgaten). Ten laatste had hij ook nog een aangepast chardome en de bijkomende uitsparing in het schietgat voor de opstelling van een Browning FM30 mitrailleur. De uitsparing in het schietgat is zichtbaar op de foto juist boven de draadstang in het schietgat.
binnenzicht mitrailleurkamer met opstelmogelijkheden voor 3 soorten mitrailleurs
Binnenzicht in de commandokamer, zonder schietgat.
 
Vorige (C12)
Vorige (D16)
Volgende (C14)
Volgende (C14)